print
interview

Al is Annie Vonk dan 90 jaar, het lukt haar goed om zelfstandig te wonen. Haar appartement is een aanleunwoning bij een verzorgingshuis. Zorg heeft ze niet nodig, maar het is fijn om daar mee te kunnen eten.

Annie Vonk
Annie Vonk is 90 jaar
10 oktober 2016

Annie Vonk ontvangt ons voor een gesprek op een zaterdagmorgen. In haar werkzame jaren was ze kleuterleidster in het Montessori-onderwijs in Amsterdam, tot aan haar trouwen. Inmiddels zijn we vele jaren verder en is haar man helaas overleden. Ze woont in een appartement in Amersfoort en heeft nog regelmatig contact met twee van haar drie kinderen.

Haar inkomen bestaat uit een AOW-uitkering aangevuld met een bescheiden nabestaandenpensioen. Een eigen pensioen heeft ze niet opgebouwd aangezien ze maar een paar jaar heeft gewerkt. Als vrouw was het toen niet vanzelfsprekend dat er pensioenpremie werd ingehouden. Over het algemeen lukt het haar goed om rond te komen maar dit komt ook omdat ze altijd gewend is geweest om zuinig te zijn.

Haar reactie op de vraag wanneer een dag voor haar een mooie dag is: 'Iedere dag is een mooie dag!' Ze heeft een optimistische instelling, zo zegt ze zelf. En je moet er toch zelf wat van maken…

Trots op zichzelf is ze vooral omdat het leven haar nog steeds niet slecht afgaat. Ze woont, ondanks haar gevorderde leeftijd, nog steeds zelfstandig. Over het algemeen is ze zeer tevreden met de plek waar ze nu woont. Een appartement dat heerlijk centraal is gelegen, dicht bij het centrum en het station.

Het is haar wens om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. En zoals haar gezondheid op dit moment is, is er niets dat die wens in de weg staat. Haar medicijngebruik blijft beperkt en over het algemeen mankeert ze weinig.

De meeste dingen doet ze nog gewoon zelf. Alhoewel ze wel al tien jaar dezelfde hulp in de huishouding heeft. Er is een supermarkt om de hoek waar ze naartoe kan lopen. De rollator die ze dan meeneemt, heeft ze niet nodig vanwege de afstand, maar het is wel de meest makkelijke manier om boodschappen naar huis te vervoeren.

Koken is iets wat ze eigenlijk niet meer zelf doet. Haar appartement is een aanleunwoning bij een verzorgingshuis waar ze, tegen een redelijke vergoeding, mee kan eten. Het is gemakkelijk en ook nog eens goed voor de sociale contacten.

Veel van de afstanden die ze aflegt doet ze te voet. En voor de wat langere stukken gebruikt ze haar scootmobiel. Als ze een avond naar het theater wil dan maakt ze gebruik van de regiotaxi en/of de theatertaxi. Ook neemt ze wel eens de trein.

Tot een jaar geleden maakte ze gebruik van  de belastingservice van het FNV maar sinds vorig jaar doet haar zoon dat voor haar. Ook voor klusjes kan ze terugvallen op haar familie. Voor kleine dingetjes kan ze altijd wel iemand vragen. Soms ook een van de buren. Dat gaat gelukkig wel over en weer. Dat wederzijdse doet haar denken aan een spreuk van Maria Montessori: ‘help me om het zelf te doen’.

Annie Vonk noemt zichzelf mondig genoeg om te achterhalen waar ze moet zijn om specifieke problemen aan te kaarten of op te lossen. Ze kent veel mensen en heeft dus altijd wel iemand waar ze terecht kan.

Eén ding moet haar wel van het hart: het is soms wel lastig als je geen gebruik maakt van internet. Sommige instanties zijn helemaal gefocust op digitale informatieverstrekking. Dat is eigenlijk een heel kwalijke zaak, want je mist op die manier dingen als je niet digitaal bent.

Het liefst blijft ze zo lang als mogelijk is in haar eigen appartement wonen. Als het moet met ondersteuning van buitenaf. Vanwege de drukke levens die haar kinderen (in haar ogen) hebben is het geen optie om bij één van hen in te trekken. Als het écht moet, dan is ook een verzorgingshuis nog een mogelijkheid, maar echt alleen maar als er 24/7 zorg nodig is.

Op dit moment is er geen reden tot zorg, letterlijk. Wat voor de toekomst misschien een hulp zou zijn is een soort van ‘bewaking’. Zoals ze nu gebruikmaakt van een alarmsysteem met een soort van ‘noodknop’, zou je dan misschien een camerasysteem kunnen inzetten om eventuele noodgevallen op te merken.

Dromen of concrete plannen voor de toekomst heeft ze eigenlijk niet. Het is al heel wat om ‘gewoon’ gezond te blijven. En iedere dag in goede gezondheid is er eentje.

Wat ze een zorgelijke ontwikkeling vindt in de maatschappij is 'het egoïsme wat tegenwoordig hoogtij lijkt te vieren'. Solidariteit is een weinig gebruikt woord. Mensen zouden daar op de een of ander manier meer van doordrongen mogen zijn. 'Het leven bestaat uit samenleven: samen leven.'

Interview gehouden op 9 juli 2016 door Gerda van Velzen te Amersfoort
Foto: Henri Braakenburg