print
interview

Wil Bakuwel is 85 en woont alleen in een rijtjeshuis in Haarlem. Hulp heeft ze nauwelijks nodig: een keer per maand komt er huishoudelijke hulp, die huurt ze particulier in. En haar zoon doet de financiën.

Wil Bakuwel
Wil Bakuwel is 85 en woont in Haarlem
13 oktober 2016

Wil woont al sinds 1975 in een rijtjeshuis (huur) in de Haarlemse wijk Molenwijk. De man van Wil is 3,5 jaar geleden overleden. Zij heeft drie kinderen (twee zonen en één dochter) en vijf kleinkinderen. Eén van haar zonen woont vlakbij. Wil is apetrots op haar kleindochter van 25 die onlangs arts is geworden in het ziekenhuis van Leiderdorp. 

Sinds de dood van haar man voelt zij zich wel eens alleen in haar huis, ook al omdat er om haar heen steeds meer leeftijdgenoten zijn weggevallen. Zij is blij dat zij sinds enige tijd weer een 'reismaatje' heeft, waarmee zij allerlei uitstapjes maakt.

Financieel kan zij het behoorlijk redden. Naast haar AOW-uitkering geniet ze een redelijk aanvullend pensioen.

Wil is geboren als schipperskind. Ze was enig kind. Door dat alles heeft zij in haar jeugd weinig gespeeld. Bovendien leidde dat bestaan tot het bezoeken voor kortere tijd van heel veel scholen. Ze heeft op 18 verschillende lagere scholen gezeten, van Groningen tot Maastricht. Wil spreekt met heel veel respect over haar vader. Hij leerde haar de dingen vooral zelf te onderzoeken en te ervaren om vervolgens zelf te bepalen wat je vindt en wat je wilt doen.

Gedurende haar huwelijk heeft Wil naast de zorg voor het huishouden veel activiteiten gehad. Zij begon haar werkende leven in Groningen bij een lederwarenwinkel. Later werkte ze bij Zumpolle in de Kalverstraat in Amsterdam. Ook werkte ze ruim 17 jaar parttime als huishoudelijke hulp voor bejaarden bij de Stichting Samenwerkende Gezinsinstellingen. Zij probeerde in haar werk altijd ook tijd te besteden aan een goed sociaal contact met deze oudere mensen.

In de jaren tachtig is zij als vrijwilligster gastvrouw geworden in het wijkcentrum. In het oude Reinaldahuis heeft ze nog 3 maanden het taxivervoer voor medische consulten geregeld. Bovendien was zij 18 jaar lang vrijwilliger bij de Wereldwinkel in Haarlem en daarna 15 jaar bij die in Heemstede. Met pijn in het hart moet ze daar nu mee stoppen. Zoals ze zelf zegt: 'Mijn hoofd past niet meer zo bij mijn skelet.'

Ook maatschappelijk is Wil zeer actief geweest. Sinds het begin van de zeventiger jaren is zij lid van de PvdA, daartoe aangetrokken door het werk van de Rooie Vrouwen. Verder was Wil actief in onder meer de protestantse basisbeweging (ruim 30 jaar!) en de 1-mei-beweging.

Haar belangrijkste drijfveer  was altijd haar streven naar waarachtigheid en rechtvaardigheid. Ook is het voor haar van wezensbelang om onder de mensen te kunnen zijn.

Haar huidige dagschema ziet er grofweg als volgt uit: ’s ochtends thuis voor wat zij noemt haar 'huishoudelijke plichten' (met altijd de radio aan), ’s middags en ’s avonds het liefst op pad. Daarbij zoekt ze met name naar activiteiten waarvan zij iets op kan steken, zoals museumbezoek, lezingen, poëzievoordrachten et cetera. Zij heeft zich haar hele leven willen blijven ontwikkelen. Voor haar is vakantie niet uitrusten en niets doen. Integendeel! Met haar man ging zij vrijwel altijd twee keer per jaar twee weken naar het Mennorodehuis in Elspeet. Altijd een combinatie van ontspanning en educatie. Daar heeft Wil bijvoorbeeld ook schilderen geleerd. Na het overlijden van haar man gaat zij nu geregeld alleen met Valies (een vervoersbedrijf voor ouderen) naar het Vredeshuis in Steenwijk. Ook daar staat de dagbesteding vooral in het teken van educatie en ontwikkeling. En voor komende winter heeft zij ingetekend op een cursus tekenen in Heemstede.

Met haar huidige leef- en gezondheidssituatie is Wil redelijk tevreden. Hoewel ze wel wat medicijnen gebruikt tegen reuma en vaatvernauwing in haar ene been, voelt zij zich behoorlijk fit. Daarbij ondervindt zij steun vanuit de antroposofie.

Met uitzondering van de administratie en financiën (worden gedaan door één van haar zonen) doet zij nog alles zelf, zoals boodschappen doen, koken en overig huishoudelijk werk. Zij heeft slecht één keer per maand drie uur particulier geregelde huishoudelijke hulp.

Wil gaat nog overal zelfstandig heen met de fiets, bus en trein.

Uiteraard denkt zij wel eens na over hoe het zou moeten wanneer haar gezondheid achteruit zou gaan. Dat boezemt haar dan wel enige angst in. Haar kinderen suggereren haar om in het Reinaldahuis te gaan wonen. Maar zover is Wil nog niet. Wel gaat zij ervan uit dat zij, indien nodig, een beroep zou kunnen doen op zorg aan huis.

Zij vindt het prettig dat er in de buurt een beetje op haar gelet wordt. Wat zij wel enorm mist in haar wijk is een wijkcentrum waarin naast spelletjes en dergelijke ruim aandacht is voor lezingen, poëzievoordrachten, discussies et cetera. Er zijn weinig culturele activiteiten in de directe omgeving. Ze moet altijd met de bus ergens heen en dat wordt 's avonds wel wat moeilijker. 

Tenslotte, gevraagd naar wat zij in Nederland zou willen veranderen met betrekking tot de zorg voor ouderen bepleit Wil meer gemeenschappelijkheid en meer contacten tussen mensen en generaties.

Interview afgenomen op vrijdag 30 september 2016 door Erica Bastiaans en Bas Sepers
Foto: Erica Bastiaans