print
interview

Van patiënten wordt nog steeds verwacht dat ze vooral dankbaar zijn voor de zorg die ze krijgen. Zelf iets willen past slecht in ons systeem. Dat kan anders, laat Hans van Putten zien met zijn Thomashuizen, Herbergiers en Zorgbutler.

Hans van Putten
ondernemer in de zorg en initiatiefnemer van De Drie Notenboomen in Gouda, de franchiseorganisatie achter de zorgformules Thomashuizen, Herbergier en de Zorgbutler
15 april 2016

Een achtergrond in de zorg heb ik niet. Hiervoor was ik directeur van een groot reclamebureau in Amsterdam. Ik ben in de zorg begonnen uit onvrede over de zorg voor mij zoon Thomas, en over de enorme bureaucratie in de zorgsector. Er kan niets, er mag niets en er is een enorme stroperigheid. Dat heeft niets met politiek te maken, dat is gewoon het karakter van de sector. Dat komt voort uit het verleden, toen de zorg verleend werd door de nonnen in het klooster. Ook nu moet je als patiënt of als bewoner van een instelling nog steeds vooral dankbaar zijn.

Ik miste in de zorg een stuk trots, trots om er te kunnen werken, trots om er te zijn, trots om er als vader heen te gaan

De Drie Notenboomen is begonnen met de Thomashuizen. Kleinschalige voorzieningen, eigenlijk dus voor mijn verstandelijk beperkte zoon Thomas – hij is inmiddels overleden. Ik miste in de zorg een stuk trots, trots om er te kunnen werken, trots om er te zijn, trots om er als vader heen te gaan. Het is altijd armoedig, de gebouwen, en vaak zien - als ik eerlijk ben - ook de medewerkers er niet altijd even fleurig en gezellig uit. Het is allemaal een beetje zorgelijk. Maar kinderen als mijn zoon hebben juist een beetje vrolijkheid nodig.

Met mijn buurman heb ik voor de Thomashuizen gewoon het format van Scapino Schoenen losgelaten op de zorg. Dat was 15 jaar geleden. Nu hebben we 115 Thomashuizen en er komen er steeds meer bij. Het Thomashuis is een begrip geworden.

We zijn met De Drie Notenboomen – met daaronder onze Thomashuizen voor verstandelijk beperkten, onze Herbergiers voor mensen met geheugenproblemen en de Zorgbutler - een organisatie met een omzet van circa € 80 miljoen per jaar. Het aantal bewoners ligt ergens tussen de 1500-1600.

Zonder overhead gaat het beter

De Thomashuizen worden altijd gerund door twee ondernemers, die er zelf ook wonen - in je eentje is het te zwaar vinden wij. Wij selecteren de ondernemers. We willen niet dat de ouders van kinderen een Thomashuis bemannen. Zorgverlening is een vak en als ouder is het al ingewikkeld genoeg om een gehandicapt kind te hebben. We conformeren ons niet echt aan een richting of een koers. De glimlach van de bewoners, dat is het enige dat telt, de rest is bijzaak. Daar selecteren we de ondernemers op. De ondernemer kan zich niet verschuilen, en de lijnen met ons zijn kort.

De glimlach van de bewoners, dat is het enige dat telt, de rest is bijzaak

Omdat we het klein organiseren, kunnen de ondernemers alles zelf. Elke ondernemer is z’n eigen P&O, is zijn eigen facilitair manager, is zijn eigen logistieke afdeling, is zijn eigen inkoper.

Ik moet er niet aan denker om de centrale inkoop te doen, dan heb ik hier in Gouda twee mensen extra zitten. Wat is er nou leuker voor een ondernemer om zelf inkopen te doen, om zelf het huis in te richten? Als we niet met ondernemers zouden werken, maar met personeel in loondienst, zou het trouwens ook niet te betalen zijn. Mensen die in andere zorginstellingen nog geen lamp mogen indraaien, zijn bij ons verantwoordelijk voor € 1 miljoen. En dat gaat goed. Er is nog nooit een huis failliet gegaan.

Mensen die in andere zorginstellingen nog geen lamp mogen indraaien, zijn bij ons verantwoordelijk voor € 1 miljoen - en dat gaat goed

Op dit moment zijn we bezig een huis over te nemen van een andere zorginstelling, die het financieel niet meer redt. Als je daar komt, zie je meteen waarom het er niet goed gaat. Er wonen acht bewoners met een verstandelijke beperking. ’s Ochtends van zeven tot tien uur zijn er twee medewerkers om de mensen op weg te helpen, dan is er daarna nog iemand voor kantoorwerk. Maar zo’n huis heeft geen eigenaar.

De tuin is een woestenij, want niemand gaat het gras maaien. Ook de buurt heeft er niets mee. Wij gaan het pand verbouwen en het mooi maken, want het heeft nu geen uitstraling. Er is geen voordeur. We maken nu een hele grote ingang waardoor bewoners en ouders of wettelijk vertegenwoordigers trots naar binnen kunnen gaan.

Als je geen managers hebt, hoeven de uitvoerende medewerkers ook bijna geen informatie te verzamelen. De aansturing van de Thomashuizen is zakelijk. Als wij dit niet strak aansturen met lage overheadkosten en een bepaalde formule, zou er te veel geld naar de organisatie gaan.

De jaarrekeningen van grote zorginstelling zijn zo dik dat je er geen wijs uit wordt. Niemand weet wat een bewoner er per jaar kost. Bij ons is dat transparant. Een inwoner van een Herbergier kost € 65.000 integraal. Bij andere verpleeghuizen ligt dat gemiddeld op € 75.000 tot 80.000. Dus zijn wij goedkoper. En een Thomashuis is ongeveer € 8.000 goedkoper dan een reguliere zorginstelling, daar zitten we op € 70.000 per inwoner. Er is geen zorginstelling die zo transparant is.

Zorgbutler

We ontwikkelen ook nieuwe initiatieven, zoals de Zorgbutler en Thomas op Kamers. Die concepten zijn bedoeld voor de mensen die nu tussen wal en schip vallen: die eigenlijk niet meer thuis kunnen wonen maar ook niet in aanmerking komen voor een plek in een zorginstelling. De groep die zowel zorg krijgt vanuit de gemeente als vanuit de zorgverzekeraars.

Met de Zorgbutler beginnen we in Rotterdam, in het pand waar eerst een andere grote zorginstelling zat. Het is een gebouw met 138 appartementen. Wij gaan dat huren voor twintig jaar. We gaan beginnen met kleinschalige appartementen: we hebben al heel wat toeloop gekregen.

Als je het kleinschalig organiseert is het overzichtelijk, is het te managen. We maken drie groepen van ongeveer 40 appartementen voor ouderen met een lichte tot matige zorgvraag, voor mensen die ongeveer anderhalf uur thuiszorg per dag nodig hebben. Per groep is er een zorgbutler. Hij of zij beheert drie verdiepingen en runt daar zijn eigen bedrijfje. Dat is heel goed te doen. Alle drie de zorgbutlers in het gebouw mogen hun eigen invulling, kleur en warmte aan hun bedrijf geven. Maar ze moeten wel volgens onze richtlijnen en onze financieringssystemen werken, want ik wil geen gedoe.

Waarom dit gaat werken? Er is veel eenzaamheid onder ouderen en de zorg die zij ontvangen is afgestemd op de tijden van de zorgorganisatie. De ouderen die in de Zorgbutler komen wonen, krijgen de zorg afgestemd op hun behoeften en de tijden die zij wensen. Daarbij kan het aantal contactmomenten ook groter zijn zodat de eenzaamheid afneemt. De zorgbutler kan de zorg over de dag verdelen, voor hetzelfde geld.

Ouderen willen liever niet op de begane grond wonen, dat vinden ze eng, dus daar gaan licht verstandelijk beperkten wonen. Hier komt een Thomas op kamers, begeleide kamerbewoning. Daar komt dan ook een hospita bij. Het enige wat deze groep namelijk echt nodig heeft is structuur, duidelijkheid, veiligheid en aandacht. We onderhandelen nu met de gemeente Rotterdam en met de zorgverzekeraar over de financiering van de persoongebonden budgetten (pgb’s) van deze mensen.

Persoonsgebonden budget

Het systeem van persoonsgebonden budget (pgb) is fantastisch. Alles wat er mis gaat met het pgb nu, heeft niets te maken met het pgb an sich, het is een soort clash van bureaucratieën. Zo’n transformatie als we die nu meemaken duurt drie jaar en geen drie maanden. Als je dat met elkaar afspreekt is er niets aan de hand, maar om coûte que coûte in drie maanden twee totaal verschillende systemen, pgb en overdracht Wmo naar gemeenten, in elkaar te laten inwerken, dat gaat niet. Iedereen weet dat, en toch gaat het door.

Bij ons is alles goed gegaan met de pgb’s. Vorig jaar, toen we meewerkten aan een pilot van de Sociale Verzekeringsbank (SVB), zagen we al aankomen dat er problemen zouden ontstaan rond de pgb’s. We moesten de pgb’s verantwoorden bij de zorgkantoren en we kwamen tegen dat een Thomashuis meerdere zorgkantoren had en dat het ene zorgkantoor zei: dit is een tien met een griffel, terwijl de volgende een totaal ander beeld schetste van datzelfde Thomashuis. Er is een enorme willekeur. Wij hebben daarom een methodiek ontwikkeld voor het afwikkelen van de pgb’s voor al onze bewoners. Op die manier zijn we er goed doorheen gekomen.

Politici moeten geduld hebben

Ik zou heel graag zien dat de politici de komende jaren eens met hun vingers van het pgb afblijven, dat er de komende drie jaar geen enkele Kamervraag meer over komt. Laat al die twitteraars maar gaan, maar blijf af van het pgb. Politici hebben veel te weinig geduld, veranderen steeds van mening. Daar kun je als bedrijf niet op bouwen.

Politici hebben veel te weinig geduld, veranderen steeds van mening. Daar kun je als bedrijf niet op bouwen

De verandering die is doorgevoerd die is in essentie goed en nodig. Het systeem was onbeheersbaar duur geworden. We betaalden € 70.000 per jaar aan zorg in natura voor mensen die eigenlijk nog wel voor zichzelf konden zorgen. En waarom krijgt een gehandicapte bij zorg in natura een behandelbudget van € 8.000, terwijl hij misschien de helft niet eens nodig heeft? Die instellingen hebben vaste verplegers, geriaters en fysiotherapeuten in dienst en al die mensen houden hun eigen functie in stand. Daarom is het nodig steeds kritisch te kijken naar de hulp die iemand nodig heeft.

Er was wel te weinig echte controle op de pgb’s. Er waren mensen die ontvingen een pgb van € 20.000 en toch kwam er nooit iemand kijken. Dat is er nu wel uitgehaald, en dat is goed. Maar ik vind nog steeds: als iemand een pgb aanvraagt, dan moet een medewerker van het zorgkantoor langskomen om te kijken wat er aan de hand is. Als je dat goed doet, dan heb je al die controle achteraf allemaal niet meer nodig. Nu zit aan de voorkant nog steeds slechts een oppervlakkige toetsing, en vervolgens hebben we aan de achterkant een batterij mensen nodig om te kijken waar het geld allemaal niet goed is gegaan. Als we dat nou eens omdraaien?

Snijd de bureaucratie weg en houd koers

De bureaucratie in de zorg zit ons in Nederland echt in de weg. Voor Thomas zaten we op een gegeven moment met 14 mensen aan tafel over hem te praten, waarvan 6 mensen hem nog nooit gezien hadden. Dat is zonde van je tijd dacht ik - ga met hem wandelen. En vervolgens is er een hele dikke ringband die in de kast werd gezet en Thomas lag de hele dag op de bank. Dat moet echt uit het systeem.

Wat er moet gebeuren is dat grote organisaties worden opgeknipt. Als ik in de zorg een ding heb geleerd, dan is het dat bij de grote organisaties het middenkader de meeste tijd heeft om zijn eigen positie te beschermen. De uitvoerende mensen op de groep die hebben geen tijd. Dus als er weer bezuinigd wordt, gaat dat altijd ten koste van de mensen die werken en die geen tijd hebben. Daarom is mijn advies: gooi alle bureaus eruit, gewoon als statement.

Interview gehouden op 2 juni 2015 door Annemarieke Nierop & Annemarie Rullens
Foto: Werry Crone