print
interview

Wim Schuurman is huisarts in Bergen. Zo'n duizend 65-plussers heeft hij in zijn bestand. Eenzaamheid onder ouderen ziet hij als het grootste probleem. Een goede thuiszorg, met hoogopgeleide verpleegkundigen is zijn grootste wens.

Wim Schuurman
huisarts te Bergen (Noord-Holland)
09 september 2016

'De meest voorkomende problematiek, waar ik als dokter bij ouderen tegenaan loop, is de eenzaamheid. Dat is niet direct een medische kwestie. Daar kun je als dokter weinig aan doen. Daarnaast komt regelmatig het vallen van ouderen voor, bijvoorbeeld van een trap of over een kleedje. Verder is incontinentie voor urine of ontlasting en de daarmee gepaard gaande isolatie niet te onderschatten.

Dit alles doet de kwaliteit van het leven geen goed. Eenzaamheid is vaak de onderliggende factor bij de klachten van ouderen. Ik merk dat ik fungeer als praatpaal voor een uurtje. De gezonde ouderen zie ik niet. Het  is met name lastig, als er echt iets gebeurt. Iemand wordt, al of niet alleenstaand, ineens  ziek, en wordt afhankelijk van zorg. Op weinig vormen van mantelzorg is vervolgens zomaar een beroep te doen. Op de oude buren? De jeugd is verdwenen uit het dorp. Het hulpsysteem stort dan snel in elkaar.

Een bed is niet zomaar, er tussendoor te regelen. Vroeger belde ik een verzorgingshuis, dat had de beschikking over 'korte termijn bedden'. Met een beetje leuren, kon iemand met bijvoorbeeld diarree of een longontsteking, zonder dat ziekenhuisopname daarvoor nodig was, voor veertien dagen opgenomen worden voor zorg en aandacht. Dat helpt de mensen een stuk verder.

Die tijd is voorbij. We beschikken nu niet over een voor de hand liggende oplossing in die situaties. Mantelzorg schiet tekort. Thuiszorg heeft het te druk en beschikt over te weinig gekwalificeerd personeel. We hebben eigenlijk dringend behoefte aan de ontwikkeling van opnameplekken waar de huisartsen voor hun patiënten de beschikking en de eindregie over moeten hebben.'

Voorheen de wijkzuster

'De thuiszorg heeft wijkverpleegkundigen in dienst, maar door de jarenlang doorgevoerde bezuinigingen zijn er weinigen overgebleven. Een enkeling is er nog, echte wijkverpleegkundigen die gewend zijn verantwoordelijkheid te nemen en te dragen en die op niveau wat van belang is, kunnen overdragen.

Daarnaast zijn er vele verzorgenden. Ook nodig en alle waardering voor hen, maar als de problematiek te zwaar en te gecompliceerd lijkt te zijn, durven ze niet de verantwoordelijkheid te nemen, beschikken ze niet over het vermogen de mensen op te vangen, gerust te stellen. 'Hotel te botel' bellen ze dan mij tegen een uur of vijf over iemand die een halve dag koorts heeft: 'Hoe doe ik dit, ik durf hiervoor geen beslissingen te nemen.'

Vroeger, 35 jaar geleden, toen ik begon, hadden wij een echte wijkzuster: zuster Kager. Die kwam elke morgen even op de koffie, we namen de zaken door, we belden als er iets was en we regelden de zaken snel.'

Management

'Tien jaar geleden, toen we als gezamenlijke artsen in Bergen dit pand betrokken, hebben wij uit nostalgische en ideële overwegingen de wijkzorg integraal ondergebracht in onze praktijken. Elke dag elkaar even zien, even bijpraten, snel zaken doen. Na vijf jaar zijn we ermee gestopt. We liepen tegen het management op, zonder verstand van zorg, gewoon een inhoudsloos management. De zorg stond niet centraal, de patiënt stond niet centraal, de wijkzuster stond niet centraal... centraal stond het management en het bedrijf thuiszorg. De goede meiden gingen weg, werden doodziek van een management dat niet naar hen luistert. Doodzonde!'

Wat heb je gemerkt van de veranderingen in de zorg sinds de decentralisatie van de zorgtaken vorig jaar?

'Eigenlijk niet zoveel. De mensen klagen enorm dat bij de zogenaamde keukentafelgesprekken hun zorgvraag niet centraal staat, ze proberen in die gesprekken de zorgvragen af te remmen met de opmerking: “U heeft toch kinderen.” De beleidsruimte wordt bepaald door ambtenaren die vanuit beleid redeneren en niet in die praktijk staan. Vanuit de positie van het beleid wordt anders gedacht, namelijk de praktijk kneden naar het beleid.

Het goed beoordelen van de praktijk is een vak apart. De veranderingen in de zorgvraag die wij wel merken vloeien meer voort uit het feit dat wij aan het vergrijzen zijn. De huisartsenposten hebben het druk door de zorgvragen van oude mensen die bijvoorbeeld in het weekeinde vastlopen. De kinderen zijn er niet, de directe omgeving wordt onrustig. De dokter moet komen.

De contacten met de gemeente of de sociale wijkteams zijn schaars. Ik verwijs er wel naar, maar het is geheel onduidelijk wat ze kunnen betekenen. Ik heb deze vraag aan een groep artsen voorgelegd. De collega's hadden daar niet veel over te melden, het is er: soit. De wijkteams gaan verder dan de zorgvragen, ze zijn er voor het welzijn van de burgers.'

Ben je betrokken bij de beslissing van ouderen om niet langer zelfstandig te wonen en naar een instelling willen?

'Ja, regelmatig. Vaak zijn het ook de kinderen die dat aan de orde stellen. Ik vind het soms schrijnend hoe dat inmiddels gaat. Ter illustratie, een paar voorvallen.

  • Een mijnheer, compleet in de war, zwervend op straat, deed vreemde dingen met zijn geld. Geriant, het team voor hulp bij dementie, kwam erbij. Wat is er nu precies aan de hand, is de man dement of spelen andere factoren een rol? Het werd onveilig voor hem. Zijn kinderen woonden in een ander gedeelte van het land en het leek hun goed wanneer hun vader daar een plaats in een verzorgingshuis zou kunnen krijgen. Daarvoor is volgens de wet een indicatiestelling voor langdurige zorg nodig; af te geven door het CIZ (Centraal Indicatieorgaan Zorg), in verband met de financiering. Dan komt de bureaucratie in actie. Zelden ben ik zo boos geweest. In dit schrijnende geval komt er zo’n bureaucratische mevrouw die stelt dat eerst de diagnose nog moest worden gesteld. En wat ik met die man moest doen, wist ze ook niet. Zoek het maar uit. Kijk het maar een tijdje aan. Ze had deze kwestie uitvoerig voorgelegd aan de medische adviseur van het CIZ en die stond achter haar. De betreffende man is uiteindelijk tijdelijk opgenomen in een Geriant ziekenhuis en daar goed opgeknapt. Een maand later is het wel gelukt hem te plaatsen. Daar is heel wat gedoe voor nodig geweest.  
  • Een vrouw met een ernstig buikproblemen, de darmen geperforeerd. Gecompliceerd na een operatie door een wondinfectie. Na een verblijf van drie weken in het ziekenhuis zou ze de maandag na het weekeinde ontslagen worden. De voorzieningen thuis zouden die dag voor haar getroffen worden. Ze wordt al op de voorafgaande vrijdag uit het ziekenhuis ontslagen. Er is niets geregeld. Haar man, een oude baas, schrikt van haar wonden. De reguliere thuiszorg zit compleet vol. Met hangen en wurgen komt er iemand van een kleine, particuliere zorginstantie. Die schrikt evenzeer: 'Dit hoort toch niet.' Conclusie: zeer veel onnodige onrust. Zo'n ontslag wordt vaak beslist door de zaalarts, de jongste dokter die onvoldoende beseft dat als hij mensen uit een ziekenhuis ontslaat, die bij thuiskomst allerlei voorzieningen behoeven.  
  • Een vrouw met een terminale spierziekte. Haar pgb (Persoonsgebonden Budget) werd vanwege de  bezuinigingen gehalveerd. Ik snap ook wel dat er grenzen aan het geld zijn, maar in haar geval werd het hoe en waarom van de halvering niet inzichtelijk gemaakt. Ze had die voorzieningen broodnodig om thuis te kunnen blijven wonen, haar hele leven was erop ingesteld. Nu moet ze eigenlijk naar een 24-uurs instelling.  
  • Een erg hulpbehoevende vrouw, zwaar incontinent, kan bijna niet lopen. Ze heeft vier maal per dag thuiszorg nodig. Dat kan de betreffende instelling niet leveren. De vrouw zit, ondanks alle hulpmiddelen, letterlijk in haar eigen plas. Ze stinkt. Ze heeft wel een helder denkvermogen. Helaas wordt het zwaarste zorgpakket pas verstrekt als iemand dat vermogen mist en zelf niet meer tot het stellen van de hulpvragen in staat is. Ze zou eigenlijk naar een verzorgingshuis moeten. Maar ja, ze kan nog de benodigde hulpvragen stellen.'

Prioriteit voor eenzaamheid

'Zolang mensen kunnen nadenken, tegen de werkster kunnen zeggen 'Doe even dit' of 'Doe even dat', komt er geen indicatie. Dan kunnen mensen behoorlijk in het nauw komen als er geen mantelzorg is en er toch met hangen en wurgen iets geregeld moet worden. Vaak is dat voor de kinderen niet om aan te zien. Ze vinden - mijn inziens terecht - dat het toch anders moet.

Om het CIZ kun je niet heen. Met de criteria die zijn gesteld, wordt heel formeel omgegaan. De tijd is echt voorbij dat mensen die tussen wal en schip vielen, nog met fleur in een gemeenschap kunnen worden opgevangen. De regels voor een andere woonplek zijn heel streng geworden. De vraag is of het omslagpunt wel klopt.

Er zijn veel oudere mensen alleen komen te staan. Alleenstaande mannen slagen er vaak in weer een vrouw te vinden. Vrouwen zijn daar minder 'handig' in, of hebben daar minder behoefte aan. Soms zijn mensen gewoon ‘sociaal niet vaardig’. Een ingewikkeld vraagstuk is in hoeverre dan 'de maatschappij' of een individuele dokter er verantwoordelijk voor is voor hen iets te organiseren.'

Onder welke voorwaarden zouden ouderen langer thuis kunnen blijven wonen?

'Indien je zorg adequaat en snel kunt inzetten. Voor korte tijd houdt de huisdokter de regie met voldoende ondersteunend, professioneel personeel. Dit betekent dat je de beschikking moet hebben over een aantal bedden, de aanwezigheid van voldoende case-managers  en gekwalificeerde wijkverpleegkundigen die in staat zijn met dit soort complexe situaties om te gaan. Een goed geoliede thuiszorg, dat is de kwestie.

Het gebruik van e-health  kan een beetje helpen. Oude mensen vinden dit echter snel ingewikkeld. Ze stellen  een hoofd om de hoek meer op prijs.

Niettemin zijn we nu in de praktijk bezig met een programma "Zicht op Zorg". De praktijkassistente kan dan een videoconsult plannen. Een soort skypen langs een beveiligde lijn.'

Zijn er bepaalde groepen patiënten waar je je in het bijzonder zorgen om maakt?

'Zoals ik al heb benadrukt, zijn dat de éénzamen onder ons. Zonder mantelzorg, zonder een sociaal netwerk om zich heen en ook niet in staat dat om zich heen te organiseren.'

Als je één omstandigheid zou kunnen veranderen aan de manier waarop vandaag de zorg voor ouderen is geregeld in Nederland, welke zou dat zijn?

'Dan herhaal ik: zorgen voor een goed geolied lopende thuiszorg met hoog opgeleide verpleegkundigen. Die bij mensen thuis verantwoorde zorg kunnen leveren en de zorgtaken daar weten te organiseren waar het thuis vastloopt.

Nog een heel concrete ergernis. Zou het achterlijke gedoe achterwege kunnen blijven om hetzelfde medicijn de ene maand in een rood doosje te verstrekken, de volgende maand in een paars en daarna ter verandering in een groen doosje? Uiterst verwarrend en gevaarlijk voor patiënten.'

Interview gehouden augustus 2016 door Jaap Terpstra
Foto: Jaap Terpstra