print
interview

Fleur Imming is wethouder in Amersfoort, met Wmo in haar portefeuille. Een van haar doelstellingen is om de dagbesteding vrij toegankelijk te maken, zodat ook mensen zonder indicatie er gebruik van zouden kunnen maken.

Fleur Imming
wethouder te Amersfoort met in haar portefeuille de Wmo, de Jeugdwet, wijken en wonen. Ze is ook coördinator van het sociale domein.
28 september 2016

'De gemeente Amersfoort voert geen apart beleid voor ouderen, want men heeft niet gekozen voor een doelgroepenbeleid. Er is een breder samenhangend beleidskader voor verschillende doelgroepen. De oudere bestaat niet, maar er zijn wel mensen van dezelfde leeftijd met verschillende manieren van leven en verschillende manieren om oud te worden naargelang afkomst, opleiding en plek in de samenleving. De 'derde leeftijd' is een betere term dan 'oudere'. Deze levensfase duurt nog vaak lang. Dan zijn zingevingsvragen vaak belangrijk.

We hebben ook geen specifiek woningbouwbeleid voor ouderen omdat ouderen niet gelabeld willen worden en niet alleen met leeftijdgenoten of met specifieke voorzieningen willen wonen. Een specifiek probleem voor ouderen is dat ze onvoldoende anticiperen op zelfstandig blijven wonen op latere leeftijd: ze zetten pas stappen als het eigenlijk al te laat is. Ze willen wèl zelfstandig blijven wonen maar op een manier die niet bij hun situatie past. Dat is een spanningsveld. Woningcorporaties hebben een seniorencoach die ouderen stimuleert om te anticiperen op mogelijke problemen in de toekomst.

Er is een budget voor woningaanpassingen maar dat is niet alleen nodig voor ouderen maar ook voor anderen met handicaps. Alle mensen die dat volgens de bepalingen van de Wmo nodig hebben, krijgen de nodige aanpassingen. Daar wordt ook een beroep op gedaan, maar er zijn wel fricties die kapitaalvernietiging kunnen opleveren. Bijvoorbeeld bij huuropvolging. Daarom verdient het aanbeveling aangepaste huurwoningen bij voorkeur te geven aan volgende huurders die dergelijke aanpassingen ook nodig hebben. Dan is het wel noodzakelijk meer te sturen op het huurdersbestand. Een ander middel is het meer flexibel maken van aanpassingen, zodat ze in diverse woningen kunnen worden gebruikt.

In de nieuwe Bouwwet wordt al rekening gehouden met de levensloopbestendigheid van woningen, bijvoorbeeld door ze rollator- en rolstoelproef te maken. De woonadviescommissie adviseert hier ook over.

De gemeente laat wijkteams beoordelen wat ouderen nodig hebben. De wijkteams zijn de toegangspoort naar zorg en naar specifieke voorzieningen. De wijkteams zijn via internet te vinden.'

Dat blijkt nog niet zo eenvoudig volgens de Amersfoortse huisarts Loes Meijer die wij eerder hebben gesproken: deze huisarts moest net als haar cliënten eerst een centraal nummer van de gemeente bellen, daar veel ongerichte informatie verstrekken en vervolgens afwachten tot ze zou worden teruggebeld. Dat werkt niet bij acute hulpvragen en het maakt ook geen communicatie en afstemming over cliënten mogelijk tussen verschillende professionals. De wethouder stelt daarom voor dat deze huisarts haar persoonlijk belt.

'In het begin had elke wijk een eigen telefoonnummer, maar daar kwamen te veel ongerichte vragen terecht, die dan weer moesten worden doorverwezen naar de gemeente. Daarom is de volgorde nu omgekeerd. Hoe begrijpelijk dat ook is; voor professionele hulpverleners zou dat inderdaad anders moeten gaan.'

Hoe beoordeelt de gemeente welke ondersteuning ouderen nodig hebben?

'Dat is maatwerk. De gemeente laat zorgaanvragen beoordelen door teams van 2 personen. Die kijken ook naar de context van de zorgaanvrager. Maar er is ook nog preventieve bemoeizorg nodig, bijvoorbeeld ten behoeve van de socialisatie van eenzame ouderen. Hoe signaleren we dergelijke eenzaamheid? Hoe pakken we die aan?  Daarover zijn afspraken met diverse organisaties.'

Waar kunnen burgers terecht als ze zich zorgen maken over ouderen in hun buurt?

'Bij hun wijkteam. Weten burgers dat wel? Dat is een kwestie van communicatie. Juridische grenzen kunnen die communicatie echter wel belemmeren. De wetgeving over onderlinge communicatie door professionals over cliënten is zelfs mèt toestemming van de cliënt bemoeilijkt door aangescherpte wetgeving.'

Lukt het de gemeente om het vereiste maatwerk te organiseren?

'Ja. We leggen zo min mogelijk vast om ruimte te houden. Veel problematiek is complex en aanpak daarvan vergt inzicht in de hele context. Bijvoorbeeld in de mogelijkheden voor ontlasting van de mantelzorg door respijtzorg. We delen ook mantelzorgcomplimenten uit. Ook mantelzorgers leren om het huishouden te doen is een optie. We proberen zonodig met voorzichtige dwang te werken.' 

De grootste zorg van de wethouder is dat mensen te lang doorlopen met zware zorgvragen en te weinig anticiperen op veranderingen. Dat is zo jammer omdat ze zo kunnen opknappen of ontspannen van gerichte zorg.

Hoe is in deze gemeente de dagbesteding geregeld?

'Die wil Amersfoort vrij toegankelijk maken voor iedereen die er behoefte aan heeft, en niet meer indicatieafhankelijk maken. Bovendien moet die dagbesteding per wijk worden georganiseerd om het heen en weer rijden van busjes in de hele regio te beperken. Dit vervoer is nu nog doelgroepspecifiek. Voor het vervoer blijft wèl indicatie nodig.'

Hoe verloopt de samenwerking voor de Wmo met de andere gemeenten in Eemland?

'Het grote verschil in omvang van gemeenten maakt de samenwerking bestuurlijk ingewikkeld: problemen en oplossingen verschillen per gemeente. We hebben in deze regio wèl een goede samenwerking met de zorgverzekeraars Achmea en Zilveren Kruis. Daar klagen andere gemeenten juist weer over.'

Wat zou je het eerst willen veranderen in de zorg voor ouderen?

'Het verschil opheffen tussen de Wmo, die via de gemeenten loopt, en de Wet langdurige zorg, die via het Rijk loopt. Bijvoorbeeld dementerende ouderen vallen thuis onder de Wmo en als ze naar een verpleeghuis moeten vallen ze onder het Rijk. Daartussen zit een harde knip in geld en beleid, die voor veel ongemak zorgt.'

Interview afgenomen op 31 augustus 2016 door Tom de Man en Vera Asselbergs
Foto: Tom de Man en Vera Asselbergs