print
interview

Jan Willem Wessels: 'Als er iets ergs gebeurt komt mijn zus wel, denk ik. Ik wil zo lang mogelijk hier blijven wonen. Echt nooit in een verzorgingshuis!'

Jan Willem Wessels
Jan Willem Wessels is 69 en woont in Haarlem in een flat via het RIBW (Regionale Instelling Begeleid Wonen).
25 oktober 2016

'Ik ben geboren in Amsterdam. Ben getrouwd geweest, maar later gescheiden. We hadden 1 kind waar ik geen contact meer mee heb. Zo’n 9 jaar woon ik in deze flat in Haarlem Oost. Vroeger was dit een bejaardenflat. Nu woon ik er via de RIBW (Regionale Instelling Begeleid Wonen).

Voor mijn ziekte werkte ik bij de Plantsoenendienst van de Gemeente Haarlem en later bij Paswerk, de sociale werkplaats. Ik ben 40 jaar in dienst geweest. Als waardering daarvoor heb ik een gouden ring gekregen. Vrijwilligerswerk doe ik niet, ik luister wel veel naar muziek. Ik ben gek op de muziek van Genesis, een Engelse rockband, heb daar alles van. Ik heb  AOW en pensioen

Een mooie dag is voor mij als ik boodschappen doe. Die doe ik samen met een vrijwilliger iedere vrijdag. Die vrijwilliger is een leuk persoon en dat is fijn.

Ik ben trots op mijn woning en zit graag op het balkon vanwege de frisse lucht en het roken. Het is een rustige buurt, maar ik heb geen contact met de buren. We zeggen wel gedag. Met iemand met een hond heb ik iets meer contact: een praatje en de hond is wel eens bij me binnen geweest.  De kinderen op het schoolplein aan de overkant en in de buurt vind ik fijn. Daar geniet ik van.

In de toekomst wil ik hier ook blijven wonen. Ik heb suikerziekte wat soms verergert, maar ik weet dan wat ik moet doen: gewoon rustig blijven en op bed gaan liggen. Hiervoor slik ik al jaren medicijnen. Bij het RIBW ben ik terecht gekomen nadat ik 2x een hersenbloeding heb gehad. Eerst heb ik toen in het ziekenhuis in Haarlem gelegen en daarna ben ik voor revalidatie in Velserduin in IJmuiden geweest. 

Ik heb geen alarmbel. Tot nog toe ga ik overal met anderen heen. Ik mag niet alleen, omdat dat het mogelijk niet goed gaat als er iets gebeurt.

Eenmaal in de 14 dagen heb ik huishoudelijke hulp. De administratie doe ik zelf. Mijn zus helpt me bij mijn financiën. Zij komt af en toe bij me langs. Ze woont bij mij in de buurt. Ik pin zelf voor de boodschappen.  Koken doe ik niet, maar heb eten van een maaltijdbezorgdienst. Kleine klusjes worden door mijn zwager gedaan.

Ik ben over een paar dagen jarig en dan gaan we naar een Italiaans restaurant met een groepje. We lopen daar samen naartoe, ik ga dan met de rollater.                                                                                                       

Vanuit de RIBW heb ik begeleiding. Die mevrouw komt 1x in de week. Zij praat met me en soms wandelt ze met me en ze gaat mee naar de dokter. Vanwege het herseninfarct ga ik naar de pijnpoli van het Spaarne Gasthuis in Haarlem Noord. Dan gaat er ook iemand van het RIBW mee. Eigen zorgkosten zijn: de eigen bijdrage en de taxikosten naar het ziekenhuis.

Als er iets ergs gebeurt komt mijn zus wel, denk ik. Ik wil zo lang mogelijk hier blijven wonen. Echt nooit in een verzorgingshuis!  Hulp in de huishouding en bijvoorbeeld thuiszorg zou goed kunnen. Hoe het verder moet, zie ik dan wel.

Mijn wens is om nog eens naar Israel en Amerika te gaan. Ik ben twee maal naar Canada geweest, was prachtig. Dat ik naar Israel wil, heeft met het geloof te maken. In Amerika wil ik naar Florida, Texas en Californie. Iemand moet wel met mij mee, maar ik geloof niet dat het door kan gaan.

Wat betreft de zorg in Nederland vond ik de zorg in het ziekenhuis (herseninfarct) niet goed. Je werd aangekleed als een kapstok. En bij het douchen kwamen ze kijken. Daar heb ik een vreselijke hekel aan. De zorg in Velserduin voor revalidatie was heel prima. Uiteindelijk ben ik wel tevreden over de zorg. Vanuit het RIBW word ik in de gaten gehouden. Ik heb soms wel zorgen over mijn suiker, want ik heb alleen pillen.'

Interview afgenomen door Ank Buis en Lenie de Fijter uit Haarlem op 30 september 2016
Foto: Ank Buis en Lenie de Fijter