print
interview

Waar het goed gaat met de wijkteams, spreken medewerkers graag. Waar het niet goed gaat, heerst vaak angst om publiekelijk iets te zeggen. Banen staan op de tocht, en volgend jaar is er weer een nieuwe aanbestedingsronde.

Anoniem
maatschappelijk werker en lid van een sociaal wijkteam
01 september 2016

Ik geef dit interview anoniem omdat ik er misschien anders last mee kan krijgen met mijn werkgever of bij de gemeente die mij inhuurt.

Ik werk bij het algemeen maatschappelijk werk en ben gedetacheerd bij de gemeente in een Sociaal Wijkteam. In het Sociaal Wijkteam is iedereen gelijk, wij zijn allen generalist. Als lid van het Sociaal Wijkteam maak ik een foto van de hulpvraag: een inventarisatie van de situatie, het keukentafelgesprek. Deze inventarisatie verwerk ik in een Leefzorgplan, daarin indiceer ik welke hulp en zorg er nodig zijn. Vervolgens gaat dit Leefzorgplan naar de gemeente die de indicatie afgeeft en de opdracht uitzet.

Het idee van het Sociaal Wijkteam was dat een gezin niet meer met allerlei verschillende hulpverleners te maken krijgt die niet van elkaar weten wie wat doet, maar dat er een aanspreekpunt is. Maar er zijn juist schakels bij gekomen.

Iemand die hulp wilde vragen kon vroeger rechtstreeks binnenlopen bij het inloopspreekuur van het maatschappelijk werk. Nu moet de hulpvrager eerst naar een aanmeldpunt waar hij zijn verhaal moet doen. Daarna moet hij zijn verhaal nog eens doen bij het keukentafelgesprek, en daarna kan hij zijn verhaal weer doen bij de hulpverlener die geïndiceerd is door de gemeente.

Veel mensen haken hierdoor af, zij willen hun verhaal niet over de telefoon doen tegen iemand van de gemeente, of bij een vrijwilliger bij een informatiepunt, of zwart-op-wit via een mailformulier, terwijl ze niet weten waar dat formulier terechtkomt. Dit werkt drempelverhogend. Ik vind dit een slechte zaak.

Voorheen vroeg iemand bijvoorbeeld hulp op het inloopspreekuur van maatschappelijk werk. Die zag ik dan tegenover me zitten, ik kon anticiperen op de zichtbare lichaamstaal en emoties, en aan de hand daarvan kon ik doorvragen. Dat is mijn vak en mij deskundigheid. Ik stel mensen op hun gemak en luister en reageer, al bij het allereerste contact. Dit is nu niet meer zo. Een telefoniste van de gemeente is het eerste aanspreekpunt nu, of een vrijwilliger, of een digitaal formulier.

Sinds wij zo werken is het aantal aanmeldingen voor het maatschappelijk werk drastisch teruggelopen. Dit is opvallend. Tijdens het inloopspreekuur kwamen reële vragen naar voren, en reële problematiek. Waar zijn die mensen gebleven? Intussen is wel duidelijk dat er veel meer aanmeldingen bij de voedselbank komen en veel meer aanmeldingen bij de schuldhulpverlening. Ik denk dat dit komt omdat hulpvragers niet meer direct terecht kunnen bij het maatschappelijk werk waar ervaren hulpverleners in preventieve zin al veel eerder actie ondernemen voordat problemen uit de klauwen lopen.

Interview gehouden in het voorjaar van 2015 door Annemarieke Nierop en Mariska Pijpers
Foto: TINEKE