print
interview

Een groep PvdA-leden volgde jongeren die net van het Praktijkonderwijs kwamen. Vonden zij werk? Pieter van Etten van de PvdA-afdeling Uden sprak met Rob Jansen, directeur van Chain Logistics, waar veel jongeren komen werken.

Rob Jansen
directeur en eigenaar van Chain Logistics
01 januari 2015

'Wij zijn een gewoon logistiek bedrijf. Het bijzondere van ons bedrijf is dat we werken volgens het principe van sociaal ondernemen: een maatschappelijk doel nastreven en financieel zelfvoorzienend zijn. Zo helpen we mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt weer op weg naar vast werk.

We verzorgen assemblagewerkzaamheden op allerlei gebied waar handjes voor nodig zijn. We verzorgen diverse soorten van transport, nationaal en internationaal. Op onze auto’s zitten hoofdzakelijk 55-plussers. Naast transport kunnen we ook producten opslaan en voorraden beheren.

Voorheen heb ik altijd bij grote Amerikaanse bedrijven gewerkt. Het stond me steeds tegen dat in die bedrijven op zo’n harde onpersoonlijke manier leiding werd gegeven. Op een gegeven moment wilde ik bewijzen dat het ook anders kan. Het kan anders. Ik probeer het sociale te combineren met het runnen van een goed commercieel bedrijf.

De gemeente Uden verwijst mensen naar ons en die komen hier dan werken met behoud van hun uitkering. Ze komen vooral te werken in onze assemblage-afdeling. Daar verzorgen we met name onze opleiding. Deze afdeling draait nog met verlies. Dat verlies kunnen we compenseren met de opbrengsten uit de afdeling transport. Het kost ons dus geld om sociaal te zijn. We houden nu onder aan de streep een kleine marge over, maar mijn doel is en blijft dat op den duur alle afdelingen minimaal op nul uitkomen.

In ons bedrijf hebben we onder andere leerlingen van de school voor Praktijkonderwijs uit Veghel: het Fioretti College. Maar ook van het ROC. Wij staan altijd open voor stages vanuit deze scholen. Ons bedrijf is voor deze leerlingen eigenlijk een doorgeefluik. Als ze hun opleiding hebben afgerond, proberen we deze leerlingen uit te laten stromen naar reguliere bedrijven. Op die manier kunnen we steeds opnieuw nieuwe stagiairs aannemen en opleiden.

Ik vind het belangrijk om jongeren goed te begeleiden. Soms is de weg naar goed werk te moeilijk. Soms ontsporen de jongeren. Als ze dan de juiste mensen om zich heen krijgen, komen ze toch weer op het juiste spoor terecht. Wij zorgen voor een vertrouwde omgeving waarin jongeren tot hun recht komen. Door ze te laten zien wat er allemaal in de logistiek omgaat, kunnen we ze liefde voor dat vak bijbrengen.

Vanuit de school komt de stagebegeleider regelmatig kijken hoe het gaat. Wij verzorgen de operationele begeleiding. Wij hebben de mensen daarvoor in huis. Dat is voor ons een extra investering. Wij nemen het verlies dat we hierdoor maken voor lief.

De jongeren werken op een stagecontract. Soms zijn er Wajong-ers waarvoor ik een stukje loonkostensubsidie krijg. Er zijn verschillende varianten, die ook per gemeente verschillend kunnen zijn. Ik weet ook nu niet wat het het volgend jaar gaat worden. Met de wethouders zitten we vaak gauw op een lijn. Maar binnen het uitvoeringsapparaat schort het nog wel eens.

Ons probleem is dat we te weinig instroom hebben. Als de gemeente niet voldoende mensen naar ons toe stuurt, moet ik mensen commercieel in gaan huren. En daar zijn we niet voor. De gemeenten hebben onvoldoende kijk op wie er allemaal in de kaartenbak zitten. Ze kennen de doelgroep nog niet goed genoeg. Dat is eigenlijk te gek voor woorden. We vinden allemaal dat de participatiemaatschappij een succes moet worden. Bedrijven als de onze hebben de tools om dat mogelijk te maken. Jaarlijks stroomt 70% van de kandidaten die we opleiden uit naar regulier werk, maar nu krijgen we onvoldoende kandidaten.

Wij zijn goed op de hoogte van de regelingen die er allemaal zijn, anders zouden we ons werk niet kunnen doen. Maar ik vind dat de systemen beter op elkaar aan moeten gaan sluiten. We willen in Nederland toch allemaal dat het eens een keer begint te werken. Binnen de kopgroep van Start Foundation werk ik samen met zeven sociale ondernemingen. Samen proberen we de barrières waardoor onze bedrijven niet harder kunnen groeien weg te halen. Als wij groeien als bedrijf, kunnen we het voorbeeld zijn voor de bedrijven die het ook op een dergelijke manier willen gaan optuigen.

Gemeenten zijn volop bezig met de Participatiewet. Wij zijn er volop mee bezig. Veel omringende bedrijven denken echter dat het hun tijd wel zal duren. Veel bedrijven zeggen wel dat ze het een onderdeel van hun beleid maken, maar vaak wachten ze af wat er gaat gebeuren. Het is ook vaak onmogelijk om er iets mee te doen. Het arbeidsklimaat is hartstikke lastig. Er zijn te veel zaken die men op de werkgever probeert af te wimpelen, terwijl de rek eruit is. De ontslagregelingen zouden bijvoorbeeld moeten worden aangepast. Je neemt eerder iemand aan als je ook makkelijker afscheid van hem kunt nemen, als daar goede redenen voor zijn.

Wij hebben bijvoorbeeld chauffeurs uit de doelgroep. Die re-integreren bij ons en krijgen bij ons een contract als chauffeur. Dan zie je dat niet iedereen het helemaal aan kan. In zo’n geval neem je het risico niet om iemand een benoeming voor onbepaalde tijd te geven.

Het is nog wel even stoeien om ons bedrijf voldoende winstgevend te maken om ons ervan te verzekeren dat we over tien jaar nog dezelfde resultaten kunnen bereiken. Dat betekent dat we heel nauw met de gemeenten moeten optrekken. Daar werken we op alle fronten aan. De staatssecretaris is goed bezig. Start Foundation is aan het kijken hoe sociale werkgevers ondersteund kunnen worden. Er ontstaat dus wel iets, maar het duurt mij allemaal te lang.

De participatiemaatschappij is goed als je met bedrijven werkt die de sociale doelstellingen onderstrepen. Maar er zijn nog te veel mogelijkheden om je als onderneming aan de doelstellingen van de Participatiewet te onttrekken. En dat is jammer, want het is een verrijking van je organisatie als je deze mensen binnen hebt.'

Interview gehouden op 27 oktober 2015 door Pieter van Etten
Foto: Werry Crone