print
interview

Zelf de regie houden, dat is voor Martin van Leeuwen en Mies van der Putte heel belangrijk. Ook over het einde van het leven.

Martin van Leeuwen en Mies van der Putte
Martin van Leeuwen (67) en Mies van der Putte (67) wonen in Rijswijk. In het gesprek blijken ze over de meeste dingen wel hetzelfde te denken.
29 september 2016

“We zijn allebei op ons 63e gestopt met werken. Daar waren regelingen voor, dat je meer premie betaalde en tijd kon sparen zodat je eerder met pensioen kon. Daarna zijn we actief gebleven. Voor de PvdA, in de roeivereniging, in het groenonderhoud op een van de landgoederen hier. Daarnaast fietsen we veel. Samen en alleen. En regelmatig op de kleinkinderen passen.

Contact met de kinderen, mensen zien, sporten, iets voor de samenleving doen – dat maakt onze dagen mooi. Het is ook iets waar we trots op zijn. Het goede contact met de kinderen, want dat gaat niet vanzelf. En zo’n PvdA visie avond, voor de afdeling, dat geeft een prettig gevoel. Daar zit aardig wat werk in, niet alleen om een spreker te krijgen, maar vooral om mijzelf daar heel erg in te verdiepen. Dat culmineert dan in zo’n avond. Zo’n avond - ze lopen allemaal goed, maar dat is niet zomaar. Daar zijn een aantal stappen voor voorbereid. Mies doet iets vergelijkbaars bij de roeivereniging, dagen organiseren waarop roeiers uit het land hier in Den Haag komen en de boten van roeivereniging De Laak gebruiken.

Waar we nu wonen willen we wel oud worden. Het idee is dat we tot ons 85e hier blijven, of ons 80e. Dit is een huis met drie trappen; dat houdt je fit. En bij de dingen die we kopen, al een aantal jaren, houden we er rekening mee dat je die ook kunt gebruiken als je ouder wordt.

Hulp in en om het huis hebben we nu niet nodig. Ik heb hier erg veel zelf getimmerd en dat doe ik nog steeds. Alleen softwareproblemen met computers; daar begint het wel een beetje te stagneren, merken we. Ook omdat we er de pest aan hebben - een computer moet het gewoon doen.

Als we minder mobiel worden, als het hier niet meer kan, dan gaan we verhuizen naar een flat. We willen zoveel mogelijk zelf de regie houden. Sowieso heb ik de gemeente liever niet aan de deur. Zolang je zelf beslissingen kunt nemen verdient dat de voorkeur. En dan op een etage wonen, op welke hoogte dan ook. Met een lift. Tafeltje-dek-je of zoiets. Dat is niet iets waar we al mee bezig zijn, maar Mies kijkt wel graag naar plekken waar ze zou willen wonen.

Het idee is dus dat we zo lang mogelijk zelfstandig blijven. Ook als een van ons zou wegvallen. We zijn allebei in staat om het huishouden te doen. Over de volle breedte, koken, wassen, strijken.

En als dat niet meer gaat, als we zorgafhankelijk worden, dan zoeken we toch eerder een oplossing bij mensen met wie je een afstandelijke relatie hebt dan bij de kinderen. Jij hebt iets nodig en derden brengen wat je nodig hebt. Bovendien, met kinderen is het sowieso ingewikkelder, want van hun partner ben je niet de ouder. Dat maakt het ook niet makkelijker voor ze. Feitelijk zien we voor de kinderen geen rol weggelegd.

Als je zorgbehoevend wordt, dan bel je de gemeente op om professionele hulp te kunnen vinden. Dan ben je er heel snel. De gemeente of de stichting welzijn ouderen zal ongetwijfeld het antwoord daarop weten. En anders de huisarts. Als mantelzorger van haar moeder heeft Mies dat hele proces al eens doorgemaakt. Van het ene kom je bij het andere. Dat proces wijst zichzelf en je moet je er nu niet in verdiepen want het verandert toch steeds. En anders vragen we de kinderen om dat te regelen.

Het zou leuk zijn om met mensen te gaan samenwonen. Maar dat is toch heel ingewikkeld. Verschillende inbreng, verschillende wensen. En als je met z’n vieren start - op een gegeven moment valt er iemand uit. Dat gaat geheid gebeuren, daarom zoek je ook die woonruimte. Dan moet er een ander in. Dat moet niet te lang duren want dan is het financieel te moeilijk. Dan krijg je er een ander bij en dat moet maar weer passen. Voor oudere mensen wordt dat toch moeilijker. Als je bijvoorbeeld samen wilt eten. Iedereen heeft een andere smaak. En je hebt geen zin meer om aan dat prakje van een ander te wennen. Je wordt zo specifiek in je wensen en behoeften. De neiging om je daaraan nog aan te passen, die wordt steeds kleiner.

Veel logischer is dat iemand een huis heeft en dat verhuurt in een toch wat professionele opzet. Of dat je alle vier apart woont, in hetzelfde huis of bij elkaar in de buurt en met z’n allen een verpleegkundige inhuurt. Dan kun je zelf kijken voor hoeveel uur. En als iemand extra wil, dan betaal je daar gewoon voor. Een soort zorgcollectief.

Gezondheid is wel iets waar we ons soms zorgen over maken. Heel ziek worden, geestelijk en lichamelijke aftakeling dat hangt wel boven je hoofd. Alles wat je nu kan, dat blijft niet zo. Je ziet zoveel mensen om je heen, ook bij onze vrienden en kennissen, die de ene na de andere kwaal krijgen. Alle rokers zijn inmiddels al heel naar ziek. En veel mensen met gewrichtsproblemen. Dus dat is wel een beetje somber. Je doet er wel van alles aan om gezond te leven, maar soms heb je het idee dat er een auto rondrijdt die willekeurig brieven in de bus stopt: ‘u heeft dit en u heeft dat, nu bent u aan de beurt’.

Wat wij echt belangrijk vinden is dat er een euthanasiepil komt. De huidige euthanasiepraktijk is onvoldoende. Zo'n pil moet geen snelle exit worden bij tijdelijke depressies of iets dergelijks. Maar als je, zeg, 75 bent, de exacte leeftijd is even niet aan de orde, maar op een bepaald moment kun je zelf wel beoordelen wat je nog wel en wat je niet meer wilt. Er zijn een heleboel mensen met langdurige ernstige chronische ziekten en op een gegeven moment kun je het gehad hebben. Dan wil je gewoon niet meer. Maar die arts mag niks doen. Die mag gewoon niks doen. Het is absurd als je dan tegen je zin in wordt veroordeeld tot verder leven. Dat is niet aanvaardbaar. Je kunt dat wel beschreven hebben in een euthanasieverklaring, maar dan nog lukt het niet. Het blijven anderen die over jou beslissen. Als je 75 bent dan kun je dat zelf al lang! Al lang! Omdat de techniek voortschrijdt kun je eindeloos in leven gehouden worden. Dat is niet meer aanvaardbaar.

Wij vinden dat mensen op een bepaald moment zelf moeten kunnen beslissen over hun levenseinde. Het probleem is dat de Kamerleden die erover praten - er zijn maar twee Kamerleden boven de 65 - de andere 148 zijn allemaal jonger. Die denken dat zij daarover gaan. Dat is niet zo. Jongeren moeten daar niet over beslissen. Dat moeten ouderen zelf doen.

Maar dat is nu niet aan de orde. We hebben nog meer dan genoeg plannen en dromen voor de toekomst. We willen weer naar Japan, één keer in ieder geval. We hebben daar ook vrienden; Japan is voor ons een land waar we zeer in geïnteresseerd zijn. En zo lang als dat gaat wil Mies wel elk jaar in een meerdaagse roeitocht meedoen.

Financieel hoeven we ons geen echte zorgen te maken. We hebben allebei AOW plus een pensioen. En we hebben gespaard, want we werkten allebei parttime dus zo hoog is het pensioen niet. Een deel zit in het huis.  

Er zijn wel andere dingen waarover we ons zorgen maken. Als PvdA-er maak je je misschien al gauw zorgen. Maar dan kom je bij analyses op macroniveau. De kritiek op de EU en dat de EU wat afkalft, dat is beangstigend. De EU is toch de garantie tegen oorlogen, althans, tegen grote oorlogen. Als je dat achteloos overboord gooit, dan is dat gevaarlijk. Afzonderlijke lidstaten zijn niet opgewassen tegen de problemen van nu. Poetin kan ze één voor één tegen elkaar  uitspelen. Speculanten kunnen zich op een land focussen. Immigratiestromen kan geen enkel land in z'n eentje aanpakken.  Ja, als we daar niet met z’n allen een antwoord op formuleren...

Wat voor de zorg nog wel belangrijk is, is  dat er in iedere wijk een wijkverpleegkundige komt. Die de mensen kent in de wijk. Eén van de dingen waar we het nog niet over hebben gehad: we zijn als land en als regio zo verschrikkelijk traag en nonchalant met het klimaat. Je moet er rekening mee houden dat onze zomers zo verschrikkelijk heet gaan worden dat je op ouderen moet gaan letten. Of ze nog leven. Dat we elke zomer in toenemende mate een aantal hele warme dagen krijgen is zeker en één dag is geen probleem, maar als dat een week duurt wordt dat bedreigend. Dat mensen uitdrogen,  de deur niet meer uit komen. Daar wordt nog geen beleid op ontwikkeld.  Je zou in steden en dorpen snel veel meer bomen moeten planten, daarmee kun je de temperatuur  graden omlaaghalen. En zorg dat huizen geïsoleerd zijn. Niet alleen tegen kou, maar ook tegen hitte.”

Interview afgenomen in juni 2016 door Max Kommer en Abdulaahi Yusuf
Foto: Max Kommer